In Nederland is overal water
Enkele jaren geleden werkte ik een tijdje met een Hongaarse manager. Hij woonde met zijn gezin in Nederland en verbaasde zich menigmaal over al dat water in ons land. ‘Water, in Nederland is óveral water’, zei hij dan. En dat klopt natuurlijk – al staan wij daar zelf nauwelijks bij stil. Maar sinds die opmerking realiseer ik me steeds vaker hoe bijzonder het eigenlijk is, zoals wij in Nederland een soms wankel evenwicht tussen land en water in stand houden. En dat wij onder die omstandigheden gewoon wonen, werken, leven.
Vandaag
viel me dat weer op. Voor de laatste etappe van mijn sponsorwandeling voor
Moldavië reden mijn vader en ik naar de Reeuwijkse Plassen. Als je ergens goed
kunt zien hoe wij Nederlanders met het water leven is het daar wel. Het gebied telt
13 min of meer rechthoekige meren en meertjes, de meesten ontstaan door veenafgraving.
Alleen Broekvelden, de grootste plas, is ontstaan in de jaren 70, toen hier
zand gewonnen werd voor de aanleg van de A12 en een woonwijk in Gouda. De plassen
zijn van elkaar gescheiden door dijkweggetjes met idyllische uitzichten – een
prima wandelgebied dus.
Wij
liep vandaag ‘met de klok mee’ rond en door de plassen. Eerst met de wind in de
rug langs de Broekvelden, beter bekend als de surfplas. En inderdaad, rechts van ons werd flink
gesurft – de wind was blijkbaar gunstig. Links het veenpolderlandschap met
grazende brandganzen; daarachter de snelweg. Daarna de ’s Gravekoopsedijk op
richting de Enkele Wiericke – een vaart die ik tot vandaag alleen kende van het
naambordje langs de A12. We volgden het dijkpad een stukje en bogen toen af naar
de Kippenkade. Misschien zo genoemd omdat het pad nauwelijks breder is dan twee
kippen? Wij kwamen in elk geval geen kip tegen – wel een paar andere wandelaars.
Aan weerskanten van het pad recreatiehuisjes, die alleen te voet of met een
bootje te bereiken zijn. En verder vooral een prachtig natuurgebied!
Aan
het einde van de Kippenkade bracht een autoclaxon ons weer letterlijk en
figuurlijk terug in de bewoonde wereld. Rijkelijk bewoond, mag je wel stellen. Op
de Oukoopsedijk en de Nieuwenbroeksedijk liepen we langs de prachtigste huizen
en ook op de dijken rond de plas met de luisterrijke naam Groot Vogelenzang hebben
architecten zich flink kunnen uitleven. Het dorp Reeuwijk lieten we links
liggen, want we liepen rechtdoor, de Zoetendijk op – niet meer dan een smalle
strook land tussen de Ravensberg-plas en de Broekvelden. Zo kwamen we na zo’n
11 km weer terug bij de parkeerplaats en was de cirkel van deze wandeling ook
weer rond.
En
zo kwam ook mijn sponsorwandeltocht voor Moldavië ten einde. Zes keer maakte ik
een wandeltocht van ruim 10 km door het groene hart, steeds in een ander gebied.
Het begon op bekend terrein, maar met iedere wandeling kwam ik vaker op door
mij nog niet eerder betreden paden terecht.
Een
rode draad tijdens mijn wandeltochten was wel: water. Ik liep langs waterwegen
en door polders, langs molens en sluizen, over dijken en tussen plassen.
Genietend van het mooie natuurschoon dat het groene hart te bieden heeft, juist
vanwege dat wankele evenwicht tussen land en water, liep ik Pasen tegemoet.
De vastentijd gebruikte ik om tijdens het wandelen letterlijk en figuurlijk nieuwe wegen te ontdekken – en om zo geld in te zamelen voor de mensen in Moldavië. Geld waarmee wij vanuit Nederland het Licht van Pasen kunnen doorgeven aan mensen die het moeilijk hebben, en waardoor er voor hen mogelijk nieuwe perspectieven in zicht kunnen komen.
Ik dank u allemaal voor uw donatie en belangstelling en wens u een Opgewekt Pasen!
Reacties
Een reactie posten